De drie belangrijkste verhoudingen van de mens zijn die tot God, tot de medemens en tot zichzelf. Die verhoudingen bekijken we in het heilig Triduüm. Vanavond de verhouding tot de medemens.
Op Witte Donderdag hebben we overwogen hoe de Eucharistie ons in de juiste verhouding tot God plaatst; een verhouding van dankbaarheid. Als het gaat om de verhouding tot de medemens denken we meteen aan de woorden van Jezus: ‘Als gij uw gaven komt brengen naar het altaar, en daar schiet u te binnen dat uw broeder iets tegen u heeft, laat dan uw gaven voor het altaar achter, ga u eerst met uw broeder verzoenen en kom dan terug om uw gaven aan te bieden.’
En ook de vredeswens voor het moment van de communie staat in het teken van broederschap. We richten ons tot God vanuit de eenheid met onze medemens. God vindt die eenheid zo belangrijk, dat Hij wil dat die eerst hersteld wordt.
In de verhouding tot de medemens toe zijn er twee uitersten die we moeten vermijden: dat zijn trots en vrees. Door trots plaatsen we ons boven onze medemensen. Door vrees plaatsen we ons onder hen. Beide moeten we vermijden. We zullen pas gelukkig zijn als we ons de gelijke kunnen voelen van de ander. Uniek, dat wel, maar niet meer of minder waard. En dat geldt ook voor de ander.
Als ik zelf het geloof bezit, wil dat nog niet zeggen dat ik meer mens ben dan hen die geen beloof bezitten. We mogen gewoon ontzettend dankbaar zijn dat we mogen geloven, want we ervaren elke dag onze grenzen. En die van anderen. Wat wij tekort komen aan liefde, wijsheid en daadkracht, vult God aan. Het is niet zo dat ik minder mens ben als ik vertrouw op God of dat ik mijn verantwoordelijkheid ontloop. Hij laat mij juist tot bloei komen. En als ik tot bloei kom, zal ik ook eerder anderen kunnen helpen en inspireren.
Zoals dankbaarheid het sleutelwoord is in de verhouding tot God zo is vergeving dat in verhouding tot de medemens. We dragen ongemerkt heel wat oordelen over anderen met ons mee. En diep van binnen zouden we heel wat mensen betaald willen zetten. Jezus geeft ons het voorbeeld van vergeving. ‘Vader, vergeef het hun want ze weten niet wat ze doen.’ Niet voor niets leert Jezus ons in het Onze Vader bidden: ‘Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren.’ Wie dankbaar wordt tegenover God, zal ook vergevingsgezind zijn tegenover zijn medemens. Met de hulp van zijn genade.