‘Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend ik u.’ Broeders en zusters, deze woorden klinken heel begrijpelijk en logisch. Jezus krijgt zijn zending van de Vader, Hij volbrengt die, keert terug naar de hemel en kiest zijn apostelen uit om zijn werk voort te zetten.
Logisch is het misschien wel, dat Jezus ervoor zorgt dat zijn verlossingswerk doorgaat. Maar is het ook begrijpelijk dat hij mensen van vlees en bloed kiest om Hem te representeren? Ieder ander moet wel achterblijven bij de volmaaktheid van Jezus, die alles heeft gedaan wat de Vader Hem vroeg. Welke mens kan dat zeggen, ook al heeft hij wel tien wijdingen ontvangen?
Menselijkerwijs gesproken is dit niet begrijpelijk en heeft de Heer een groot risico genomen. Als het goed gaat met een bisschop of priester, dan draagt dat rijke vrucht in de gemeenschap. Maar er doet niets zoveel schade aan de kerk als een priester die ongehoorzaam of lui of onverbiddelijk is. Dat wordt generaties lang doorverteld. En dat verzwakt mensen in het geloof. De H. Pastoor van Ars zei: ‘Als ge de priester ziet, denk dan aan Jezus.’ Daar zit veel in. Het gaat niet om de persoon van de priester; die is per definitie gebrekkig. Het gaat om wat Christus door hem doet en dat is per definitie volmaakt.
Daarom is het zo belangrijk dat we de H. Geest aanroepen. De H. Geest helpt ons om niet stil te blijven staan bij de buitenkant, bij het zichtbare, maar om door te dringen tot de kern. Dat geldt niet alleen voor onze houding naar ambtsdragers toe, maar ook naar elkaar toe. Mensen schieten naar ons toe altijd te kort. Dan is het de kunst om toch ook het goede te blijven zien dat in iedere mens is. Wij hoeven niet te oordelen; dat doet God. En Hij schrijft vaak recht op kromme lijnen. Het enige dat we kunnen doen, is zorgen dat we zelf leven uit de genade. Dat geeft genoeg vreugde om het moeilijke in het sociale verkeer te kunnen verdragen. En als we uit de genade gevallen zijn door groot kwaad, dan moeten we vergeving vragen. Niet aan de priester, maar aan de Heer Jezus door de priester. ‘Wier zonden gij vergeeft, hun zijn ze vergeven…’
Tenslotte, bij het bijbeluurtje vertelde iemand dat zij in haar jeugd erg bang was om kwaad te doen. Het had haar volkomen in de greep. Ook de biecht gaf geen verlichting, want ze was de kerk nog niet uit of dacht al weer van alles fout te hebben gedaan. Ze bad tot God: Help me alstublieft! En God hielp. Jaren later. Zij leerde inzien dat het er niet primair om gaan geen kwaad te doen, maar vooral om goed te doen. Het goede is aantrekkelijk, geeft energie en wijsheid om het kwade te overwinnen. Kom, heilige Geest trek ons aan tot het goede. Dat wij ons verheugen in de goedheid van God. Amen, alleluia.
Voorbeden
Voor hen die binnenkort tot priester gewijd zullen worden, dat zij leven uit de genade van God door de hulp van de heilige Geest. Laat ons bidden.
Voor hen die met een politiek ambt bekleed zijn, dat zij zonder aanzien des persoons opkomen voor gerechtigheid en vrede. Laat ons bidden.
Voor hen die nog geen liefde hebben tot God, dat zij door de werking van de heilige Geest innerlijk tot leven komen. Laat ons bidden.
Uit dankbaarheid voor de goede ingevingen die wij van de H. Geest ontvangen, dat ze met zijn hulp ook vrucht mogen dragen. Laat ons bidden.
Voor de parochianen die geestelijk of lichamelijk lijden, dat zij de troost en de kracht van de heilige Geest mogen ervaren. Laat ons bidden.
Voor onze geloofsgemeenschap, voor de dopelingen en voor onze dierbare overledenen , dat Gods Geest hun leven herschept tot gelijkenis met Hem. Laat ons bidden.