Ik zeg wel eens: ‘Twee weken per jaar zijn katholieken protestant. Dan bedekken zij hun beelden om zich te concentreren op Jezus Christus.’ Heiligen helpen en inspireren ons om dichter bij de Heer te komen. Maar in de passietijd – vanaf passiezondag tot aan Witte Donderdag – worden de beelden omhuld met paarse doeken. Ons geloof wordt naar binnen gekeerd. Zo creëren we als het ware een woestijn om ons heen.
In de woestijn is het kaal en dor. Maar zoals Jesaja sprak: ‘God laat beken stromen door de steppe, rivieren door de woestijn.’ D.w.z. Hij laat zijn genade stromen in onze ziel, juist als we ons uiterlijk beperkingen opleggen. Sommige mensen vinden het te stil in de kerk, te saai en te moeilijk. Ze leven zó aan de oppervlakte, dat iedere zin voor inkeer hen ontgaat. Het is een bekoring voor kerkmensen om dat op te lossen door wereldse geluiden, leuke dingen en vergaande versimpeling. Daar wordt de kerk niet heiliger van, terwijl dat toch is wat de ziel nodig heeft; iets heiligs, iets onaantastbaars, dat niet van mensen komt maar van God. ‘Bij God alleen kan ik rusten, van Hem alleen komt mijn heil’, zegt de psalmist.
Neen, als we willen weten hoe een kerk in bloei eruit ziet, kunnen we beter luisteren naar St. Paulus die vol passie spreekt over zijn geloof: ‘Ik wil Christus kennen, ik wil de kracht van zijn opstanding gewaarworden en de gemeenschap met zijn lijden, ik wil steeds meer op Hem lijken in zijn sterven om eens te mogen komen tot de wederopstanding uit de doden.’ Als meerdere mensen dit beleven, dán is er sprake van echt kerk-zijn. Dan zijn we niet soft maar sterk, niet fluffy maar fier.
Je hoort wel eens: ‘Het is ieder jaar hetzelfde in de kerk; ik hoor steeds dezelfde teksten.’ Die tegenzin komt natuurlijk niet door de herhaling. Het gemiddelde popliedje wordt vaker herhaald, terwijl de teksten ervan oppervlakkig zijn. De tegenzin om Gods woord te horen komt uit onszelf. We willen ons niet bekeren. We kunnen de herhaling van de wijsheid niet verdragen omdat we liever simpele oppervlakkigheden volgen.
Er is er maar Eén die dat kan doorbreken: Jezus. En dat doet Hij. Vandaag bij een vrouw die Hem voor de voeten wordt geworpen. Ze was in de valstrik gelopen van de vrije liefde; van intimiteit zonder trouw, zonder huwelijk, zonder vruchtbaarheid. Ze had de lust verkozen boven de liefde en nu was ze berooid achtergebleven. Jezus had haar kunnen laten vallen, maar Hij reikte haar de hand. De tegenstanders van Jezus deden dat niet. Ze waren hard. Zowel hardheid als lust zijn bedreigingen voor de liefde. Echte liefde bouwt op, maakt vrij. Terwijl hardheid en lust neerdrukken en zwak maken.
Mogen wij in de komende twee weken, de Passietijd, weer dichter komen bij de liefde van Christus die alles te boven gaat. Dan zullen wij met vreugde het Paasfeest kunnen beleven, als een voorproef op onze eigen verrijzenis; de overwinning op zonde en dood, door de liefde en de genade. Amen.