Laten we eerlijk zijn, broeders en zusters, het evangelie gaat weer lijnrecht in tegen het huidige levensgevoel. Niet een beetje, maar fors. De bede om meer geloof en de oproep tot nederigheid, gaan precies in tegen de opmars van het verstand en de uitbreiding van de vrijheid. Geloof en verstand, nederigheid en vrijheid, wat hebben ze met elkaar te maken? Kunnen we dankzij het verstand en de vrijheid juist geen einde maken aan eeuwenlange sociale onderdrukking en religieuze fantasie?
In zekere zin klopt dat. Het verstand is nodig om religieuze waarheid te onderscheiden van religieus bedrog. En vrijheid is nodig om groepen en individu’s die sociaal in de knel zaten op een hoger podium te zetten. Het is echter een misverstand om te denken dat het verstand zonder geloof kan en vrijheid zonder nederigheid.
Laten we beginnen met het verstand. Iedere denker moet aannames doen die hij niet kan bewijzen, of dat nu de wiskundige is of de historicus of de arts. Dus geloof in menselijke zin in normaal. Maar geloof in bovennatuurlijke zin is ook normaal, omdat het verstand nu eenmaal vragen stelt zichzelf te boven gaan, zoals ‘Wat is de oorsprong van alles, wat is het doel, wat is de betekenis van dingen?’ Daar komt het geloof het verstand te hulp, door de Openbaring en door de verlichting van de H. Geest. Geloof en verstand zijn de twee vleugels waardoor wij kunnen opstijgen naar de hoogste waarheid.
Wat vrijheid betreft, als die de nederigheid over het hoofd ziet, wordt ze ondraaglijk en onverdraagzaam. Want als ik mijn vrijheid alleen zie als een eigen prestatie of project, dan vergeet ik dat ik mijn vrijheid ook te danken heb aan anderen. En dat ik dankzij die anderen mijn vrijheid kan realiseren. Alleen op een onbewoond eiland heb ik niet zoveel aan mijn vrijheid. Toch?
Bij het Bijbeluurtje merkte iemand op: Het is door de nederigheid, de bescheidenheid, dat mijn geloof gevoed wordt en dat ik gelukkig word. Dat klopt. Wie niet alles van zichzelf verwacht maar ook nog iets voor God durft over te laten, staat open voor verrassingen. Hij erkent dat hij een deel van zijn leven in handen heeft maar ook een deel totaal niet. We zijn allen afhankelijk. ‘Van elkaar’, zegt de humanist. ‘En van God’, zegt de gelovige.
Tenslotte, Jezus kon nederigheid van zijn leerlingen vragen omdat Hijzelf het goede voorbeeld gaf. Hij was ook nederig. En Hij kende de kracht van het geloof. Mogen wij Hem hierin volgen. Dan zullen wij de vruchten plukken van ons aanhoudend gebed en gelukkig zijn. Amen