Jezus werd door de H. Geest naar de woestijn gevoerd om op de proef gesteld te worden. Er was een groep joden, vóór de komst van Jezus, die ook naar de woestijn was gegaan. De Makkabeeën. Zij trokken zich terug onder leiding van de familie Makkaba. Deze vrome joden waren het niet eens met de afval van de joodse wet. Zij streden met wapens tegen de aanpassing aan heidense gewoontes.
Bij Jezus was het anders. Hij maakte zich in de woestijn niet klaar voor een gewapende strijd, maar voor een geestelijke strijd. Paus Benedictus schreef in zijn encycliek over de hoop: Het christendom bracht geen boodschap van sociale revolutie zoals Spartacus, wiens strijd tot zoveel bloedvergieten leidde. Jezus was geen Spartacus, Hij was niet betrokken bij een gevecht voor politieke bevrijding. Jezus, die zelf stief op het kruis, bracht iets totaal nieuws: een ontmoeting met de Heer der Heren, een ontmoeting met de levende God en dus een ontmoeting met een hoop die sterker is dan het lijden van slavernij, een hoop die de het leven en de wereld van binnenuit veranderden.’
Het verblijf van Jezus in de woestijn, is iets wat wij in de veertigdagentijd mee voltrekken als zijn leerlingen. In het gewone leven zitten we vol vragen en verplichtingen en zorgen. In de woestijn, d.w.z. in stilte en bezinning, kunnen we ontdekken hoe het staat met onze levensroeping. Heb ik echte hoop?
Broeders en zusters, de woestijn waar Jezus inging staat tegenover de paradijstuin. In de paradijstuin was het voor Adam en Eva nog onproblematisch om met God om te gaan en te genieten van al het mooie, totdat de slang zijn werk deed. Het paradijs stond voor vrede, liefde en trouw. De woestijn is het tegenovergestelde, na de ongehoorzaamheid. Alles is daar dor en droog. De hardheid van het leven doet er zich gevoelen. Daar gaan stemmen klinken: ‘Is dit het nou? Ben ik hier voor op aarde? Is dit nou wat God te bieden heeft? Op deze manier worden wij beproefd, net als Jezus.
De blijde boodschap is níet dat de woestijn verdwijnt als mensen gaan geloven in God. De blijde boodschap is dat Jezus geeft wat we verloren hebben in het paradijs. Christus geeft ons de vrede, liefde en trouw waar wij mensen naar verlangen en ook toe in staat zijn. Dankzij Hem komen we niet om in de woestijn, maar putten we water uit de bron. Het vraagt wel discipline om telkens naar die bron te gaan, maar het alternatief is dat we uitdrogen. Dan worden we zelf een stukje woestijn, zonder echte hoop. Laat ons kinderen van de hoop zijn: voor dit leven, maar vooral voor het eeuwig leven. Door de genade van Christus. Ik wens u een gezegende veertigdagentijd toe. Amen.
Voorbeden
Voor de Kerk die, net als Christus, op de proef wordt gesteld. Dat zij mag gehoorzamen aan Gods geboden, uit liefde voor de mensen. Laat ons bidden.
Voor die plekken op aarde die tot een geestelijke woestijn zijn geworden. Dat God de gewetens van de leiders verlicht om het goede van kwade te onderscheiden. Laat ons bidden.
Voor de plaatsen op aarde waar de woestijn letterlijk oprukt. Dat de mensen het land goed mogen beheren, zoals Adam tot opdracht heeft gekregen. Laat ons bidden.
Voor hen die bezweken zijn voor de verleidingen van deze wereld. Dat zij zich in deze veertigdagentijd durven bekeren en zich met God verzoenen. Laat ons bidden.
Om zegen over de Veertigdagentijd in onze parochie, dat wij niet met woorden maar met daden laten zien wat Gods liefde voor ons betekent. Laat ons bidden.
Voor het welzijn van de parochie, voor de dopelingen en voor onze dierbare overledenen, dat zij de overvloed van de genade mogen ontvangen. Laat ons bidden.